Mijn hoofdpijnverhaal – Deel 11: Door de hel voor de wetenschap
In deze serie blogposts probeer ik zo goed mogelijk mijn leven met het beest in mijn hoofd te schetsen. Als je de vorige delen nog niet gelezen hebt, kan je dit doen door op de volgende links te klikken. Het is een hele tijd geleden dat ik nog verder heb verteld aan mijn eigen verhaal. Dat is niet zonder reden, in september 2015 besliste ik om in te stappen in een wetenschappelijke studie om het effect van CGRP antilichamen bij chronische cluster hoofdpijn te testen. Eén van de voorwaarden was om niets openbaar te maken over mijn medische toestand.
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 1
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 2
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 3
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 4
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 5
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 6
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 7
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 8
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 9
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 10
- Mijn hoofdpijn verhaal – Deel 11
Terug naar de lente en zomer van 2015
Zoals je in het vorige deel kan lezen probeerden we de aandoening onder controle te krijgen met melatonine en als aanvalsbehandeling over te stappen op SPG stimulatie in combinatie met zuurstof. Ook had ik een beetje uitzicht op een kalmere periode wat aantal aanvallen betrof. Dat was ook zo in mei en juni (26 en 19 aanvallen), waarvoor de combinatie van stimulatie en zuurstof zo’n 60% van de aanvallen kon afbreken. De zomer was erger: 89 aanvallen in juli en 65 in augustus.
In augustus had ik opnieuw een afspraak bij professor Paemeleire in Gent. De melatonine werd stopgezet aangezien die zoals gevreesd geen effect had op de aanvalsfrequentie. Die periode zat ik echt op mijn tandvlees. Tijdens een weekje aan zee zat ik meer binnen in het appartement dan buiten, terwijl het echt wel schitterend weer was. De ergste dagen met tot 6 aanvallen op een dag zijn daar voorgevallen.
Gelukkig was ik toen in Gent op het juiste moment op de juiste plaats: professor Paemeleire wist mij te vertellen dat de dienst neurologie van het UZ Gent ging meedoen in een klinische studie van Eli Lilly naar een revolutionair medicijn om in te zetten bij migraine en cluster hoofdpijn. In september zou de onboarding voor deze studie beginnen, wat mij een lichtpuntje gaf in een eindeloze tunnel.
I5Q-MC-CGAM
Begin september had ik mijn afspraak bij dr. Keereman, assistent van professor Paemeleire en degene die in het UZ Gent deze studie zou opvolgen. Hij legde mij het verloop uit van studie I5Q-MC-CGAM: Een fase 3 gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie over LY2951742 met een open-label uitbreiding op lange termijn bij patiënten met chronische cluster hoofdpijn. Een hele boterham, maar het kwam neer op volgend verloop:
- Screening: de eerste officiële studievisite bij dr. Keereman: lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en uitleg over het dagboek dat bij de baseline- en studiefase moet worden bijgehouden.
- Baseline bepalen: een periode van twee weken waarin dagelijks wordt bijgehouden hoeveel aanvallen er hebben plaatsgevonden. Na deze fase wordt bekeken of je in aanmerking komt om de studie verder te zetten. Indien OK, gebeurt ook de randomisatie. Dit wil zeggen: er wordt ‘geloot’ of je in de groep komt die het medicijn krijgt of de groep die een placebo krijgt.
- Eigenlijke studie: Gedurende drie maanden dagelijks bijhouden hoeveel aanvallen er hebben plaatsgevonden.
- Open label fase: Gedurende een jaar behandeld worden met het eigenlijke medicijn.
- Wash-out periode: Gedurende 5 maanden stoppen met het medicijn om de effecten ervan te onderzoeken.
Over al deze stappen zal ik uitgebreid bloggen. Maar first things first: voldeed ik wel aan de voorwaarden om te mogen deelnemen?
Overzicht van de studie
Tijdens mijn eerste gesprek met dr. Keereman werden de voorwaarden om deel te nemen besproken:
- Max. 480mg verapamil per dag (ik zat op 720mg op dat moment), gabapentine, lithium, topiramaat en melatonine waren toegestaan als onderhoudsmedicatie gedurende de studie. Ik moest dus mijn dosis verapamil verlagen naar 480mg. Aangezien de studie ook vereiste dat de onderhoudsmedicatie minstens 2 maanden stabiel moest zijn, kon ik ten vroegste begin november eventueel instappen.
- Bij een aanval enkel volgende behandelingen toegestaan: zuurstof, Imitrex (zowel injectie als neusspray), Zolmitriptan neusspray, paracetamol en niet-steroïdale anti-infalmaoure middelen
- Geen medische gegevens online delen tot de studie afgelopen is.
- Geen alcohol tijdens baseline- en behandelingsfase van de studie.
- Geen drugs vanaf 2 maanden voor de studie tot het einde van de deelname.
Gedurende 2 maanden moest de onderhoudsmedicatie dus stabiel zijn alvorens de baseline fase kon beginnen. Ik moest dus de verapamil terugschroeven, wat sowieso tot een toename van aantal aanvallen ging leiden. Lichtpuntje was wel dat ik tot een maand voor de baseline fase nog een GON infiltratie kon krijgen en de stimulator nog mocht gebruiken.
Die GON infiltratie werd op 17 september gedaan en de verapamil werd meteen afgebouwd.
Door de hel voor de wetenschap
Het duurde echter niet lang vooraleer het beest ongenadig toesloeg:

Na de GON blok op 17 september was ik 18 dagen pijnvrij van 22 september tot 9 oktober, daarna ging ik door de moeilijkste periode ooit met cluster hoofdpijn aanvallen. September werd afgesloten met 82 aanvallen, oktober met 66. Op 6 november kon dan uiteindelijk de eerste studievisite plaatsvinden: de screening. Dit zou nog niet het einde van de lijdensweg betekenen. Als ik door de baselinefase geraak zou de eerste behandeling (al dan niet met een placebo) plaatsvinden op 26 november 2015.
Hoe dit verder verlopen is krijg je te lezen in het volgende deel van mijn verhaal.